standpunt VVO over evenementen en verdubbeling

 

De conclusies van de Vrienden van het Oosterpark samengevat aangaande bomen en evenementen:

1. bij onzekerheid over de haalbaarheid van fase 3 en 4 moet fase 1 en 2 niet worden uitgevoerd.  Het zou dwaas zijn om nu het historische en intieme karakter van het Oosterpark èn 200 bomen op te offeren aan moderne lange zichtlijnen, die – als het tegenzit – alleen maar zicht geven op een al 100 jaar bestaande chaotische rommelarij van gebouwen en parkeerplaatsen.

2. Het Oosterpark is primair een buurtpark. Er had dus participatie moeten plaatsvinden met gebruikers, omwonenden en andere betrokkenen over de vraag wat voor soort park je wilt, wat gebeurt daar, en hoe moet het er uitzien. Dit heeft niet plaatsgevonden.  Lees ook de brief aan de burgemeester over de burgerparticipatie. De vereniging vrienden van het Oosterpark biedt in deze van harte haar diensten aan.

3. Het evenementenbeleid is gebaseerd op het axioma dat Oost moet bruisen. Nergens is vastgesteld wie dat wil. Niemand is daarover gehoord. Niet is gekeken naar het profiel van de wijk Amsterdam Oost. Niet is gekeken hoe die buurt kan bruisen en wie dat dan bewerkstelligen (vgl Gouda). Op geen enkele wijze is aangetoond dat evenementen dat doel dienen. En waarom in Oost?  Uit de evenementennota: “Het stadsdeel wil een kwalitatief hoogstaand en divers vrijetijdsaanbod dat voor iedereen toegankelijk is. Evenementen vormen een belangrijk onderdeel van dit vrijetijdsaanbod. Evenementen, zowel commerciële als niet-commerciële, zijn maatschappelijk, cultureel en economisch van grote waarde voor stadsdeel Oost. ”  Vanwaar de vanzelfsprekende gevolgtrekking dat een bruisend stadsdeel ook grote evenementen moet herbergen? Voor grote congressen ga je naar de RAI, daar heb je als stadsdeel Oost toch ook geen ambities? Voor grote voetbalwedstrijden ga je naar de Arena, daar heb je als Oost toch ook geen ambities? Voor erotisch amusement zijn er de Wallen, daar heeft Oost toch ook geen ambities? Dit soort ‘vrijetijdsaanbod’ vindt toch niet plaats binnen de grenzen van een enkel stadsdeel? Waarom dan in hemelsnaam wèl die grote evenementen? Wat is daar de ratio achter?

4. Het evenementenbeleid schrijft voor: spreiding en invullen van de andere locatieprofielen. Wij verzoeken de deelraad haar eigen beleid uit te voeren.

5. Een park is openbaar en dient niet afgesloten.

6. in een park zo klein als het Oosterpark midden in een dichtbevolkte woonbuurt hoort categorie zwaar geluid niet thuis.

7. Ontwerp en gebruik van het park hebben direct met elkaar te maken. Door de massale kap wordt een grote ruimte gecreeerd die geschikt is voor megaevenementen. In ons bezwaarschrift hebben we daar enkele duidelijke voorbeelden van gegeven. Door te stellen dat deze twee ‘niets met elkaar te maken hebben’ laadt het SD de verdenking op zich een deel van de waarheid te versluieren. Is dit naivitiet of onbehoorlijk bestuur? Het belang hiervan klemt te meer omdat in de besluitfase met tekeningen en teksten de politici wel heel eenzijdig zijn ingelicht.

8. er is onvoldoende bekend over ecologische affecten. Recentelijk komt weer de ruige bergvleermuis boven tafel. We zijn bezig dit verder uit te zoeken.

 

Reacties (1)

Laat een reactie achter